Het is vroeg in de ochtend, nog geen acht uur, als in Thialf de eerste schaatsers hun trainingsrondjes rijden. In een zwart pak zonder sponsoren stapt Kai Verbij het ijs op, samen met de regionale schaatsploegen en de junioren. Waar de ijsbaan later die dag is gereserveerd voor de Europese sprint- en allroundtop, is Verbij veroordeeld tot het eerste trainingsuurtje van de dag. "Het heeft zijn voor- en nadelen. Je bent niet heel erg fris en scherp op het ijs, maar je zit wel weer lekker vroeg aan de koffie." Na een half jaar afwezigheid staat Verbij - zijn laatste wedstrijd was...